Inzicht
Weerstandsvermogen is het vermogen van de gemeente om financiële tegenvallers op te kunnen vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s.In deze paragraaf laten we zien hoe het weerstandsvermogen is samengesteld uit de risico's en de weerstandscapaciteit. Ook zijn de financiële kengetallen en de meerjarenbalans opgenomen in deze paragraaf.
Conclusies
Het weerstandsvermogen is ten opzichte van de voorjaarsnota 2023 verbeterd, de weerstandscapaciteit is gestegen en de risico's zijn gedaald. Het weerstandsratio komt daarmee op 1,07. De beschikbare weerstandscapaciteit is gestegen door hogere stelposten. De benodigde weerstandscapaciteit is gedaald van €19,2 (VJN) naar €18,5 miljoen. Dit wordt veroorzaakt door lagere risico's in de grondexploitaties (zie paragraaf Grondbeleid) en hogere overige risico's. Voor het bereiken van een weerstandsvermogen met ratio 1 wordt de specifieke weerstandsreserve verlaagd met €1,2 miljoen.
Relevante aspecten
- 51 risico’s komen in aanmerking voor het aanhouden van weerstandsvermogen.
- 9 van deze risico’s hebben een risicoscore ≥ 9.
De gemeente Deventer zal de financiële risico’s en ontwikkelingen continue en nauwlettend volgen. Waar mogelijk en noodzakelijk worden extra beheersmaatregelen genomen. In de jaarrekening 2023 wordt de ratio weerstandsvermogen opnieuw bepaald.
Weerstandsvermogen
Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit (de middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken) en alle risico's waarvoor geen maatregelen zijn getroffen en die van materiële betekenis kunnen zijn in relatie tot de financiële positie. Een risico is een onzekere gebeurtenis met oorzaken, een kans van optreden en mogelijke gevolgen voor de gemeentelijke doelstellingen.
Het weerstandsvermogen is een belangrijk onderdeel van risicomanagement en zorgt ervoor dat Deventer financiële tegenvallers op kan vangen zonder dat dit invloed heeft op het uitvoeren van de programma’s. Deze paragraaf is opgesteld volgens het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV), de beleidsnota Risicomanagement en Weerstandsvermogen (2015) en de beleidsnota reserves en voorzieningen (2018).
Een goed zicht op de aanwezige risico’s en het hebben van financiële buffers heeft verschillende voordelen. Ten eerste kan ervoor worden gezorgd dat incidentele tegenvallers op te vangen zijn zonder dat de gemeente meteen hoeft te bezuinigen, waardoor een continuïteit van de dienstverlening gewaarborgd is en het behalen van doelstellingen niet financieel gehinderd wordt. Daarnaast kunnen buffers dienen als een extra zekerheid om onvoorspelbare risico’s op te vangen, waarmee in het risicoprofiel niet of slechts gedeeltelijk rekening mee is gehouden.
Meer informatie
Beschikbare weerstandscapaciteit
Beschikbare weerstandscapaciteit
De beschikbare weerstandscapaciteit bestaat uit middelen en mogelijkheden waarover de gemeente beschikt om niet-begrote kosten die onverwacht en substantieel zijn te dekken. Voor Deventer zijn dit de specifieke weerstandsreserve¹, de onbenutte (flexibele) begrotingsruimte, de onbenutte investeringsruimte, de onbenutte belastingcapaciteit en de stille reserves.
Samenstelling beschikbare weerstandscapaciteit
(bedragen x €1.000)
Element | Onderdeel | Waarde |
Specifieke weerstandsreserve per 31-12-2022 | 17.306 | |
Onbenutte begrotingsruimte | Post onvoorzien | 274 |
Stelpost structurele autonome ontwikkelingen | 2.155 | |
Stelpost accres algemene uitkering (gemeentefonds) | 0 | |
Onbenutte investeringsruimte | 0 | |
Onbenutte belastingcapaciteit | p.m. | |
Stille reserves | p.m. | |
Saldo weerstandscapaciteit 31-12-2021 | 19.735 |
Specifieke weerstandsreserve
Specifieke weerstandsreserve
De algemene reserve bestaat uit de specifieke weerstandsreserve en de generieke weerstandsreserve. De specifieke weerstandsreserve is onderdeel van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Voor het opvangen van niet of heel moeilijk kwantificeerbare risico’s houdt Deventer middelen aan in de generieke weerstandsreserve. Dit zijn risico’s als gevolg van economische vooruitzichten en bestuurlijke besluitvorming. Voorbeelden daarvan zijn de algemene uitkering (gemeentefonds), verkoop van gronden en panden (geen grondexploitatie), verbonden partijen, garantstellingen en nog te implementeren bezuinigingen.
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
Onbenutte (flexibele) begrotingsruimte
De onbenutte (flexibele) begrotingsruimte bestaat in Deventer uit de posten Onvoorzien, de stelpost Autonome ontwikkelingen en de stelpost Accres algemene uitkering (gemeentefonds).
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Onbenutte investeringsruimte, onbenutte belastingcapaciteit en stille reserves
Er is geen vrije investeringsruimte beschikbaar in de vorm van reserves die nog niet bestemd zijn. In potentie is er een onbenutte belastingcapaciteit omdat niet alle tarieven van leges en rechten 100% kostendekkend zijn (zie paragraaf lokale heffingen). Deze is niet meegeteld in de weerstandscapaciteit omdat verhogingen niet altijd mogelijk of haalbaar is.
Deventer kent een aantal stille reserves (zie paragraaf Grondbeleid). De betreffende objecten zijn niet binnen 1 jaar te verkopen zonder een negatief effect op het bedrijfsproces. Dit betekent dat de waarde niet wordt meegenomen bij de omvang van de beschikbare weerstandscapaciteit.
Benodigde weerstandscapaciteit
De benodigde weerstandscapaciteit bestaat uit de risico’s die gemeente Deventer loopt inclusief een extra minimumnorm (zie onder analyse).
Analyse
Meer informatie
Risicokaart
Risicokaart
Risico’s met een risicoscore van 9 of hoger
Gekwantificeerde risico's
De risico’s met een score ≥ 9 zijn in de tabel hieronder opgenomen. | |||||
Risico | Kans | Gevolg | Positie | Score | Programma |
Bedrijvenpark A1 | Herstructurering en vastgoed | ||||
1. Risico vertraging als gevolg van (te late) beschikbaarheid van de netwerken van Enexis. | 40% | 4.500.000 | 3-5 | 15 | |
2. Risico van een lager dan geraamde opbrengst bij de verkoop van de kavels. | 40% | 2.133.600 | 3-4 | 12 | |
BUIG | Inkomensvoorziening en arbeidsmarkt | ||||
3. Het risico dat het macrobudget dat de Rijksoverheid per gemeente beschikbaar stelt voor de betaling van bijstandsuitkeringen en loonkostensubsidie in het kader van de Participatiewet, de IOAW, IOAZ en Bbz 2004 (levensonderhoud zelfstandigen) ontoereikend is. Dit kan een gevolg zijn van een te laag macrobudget en/of een hoger aantal aantal clienten dat in Deventer een beroep doet op de bijstand dan waar het Rijk het BUIG budget voor Deventer op baseert. | 35% | 4.400.000 | 3-5 | 15 | |
Sociaal Domein (3D's) | Meedoen/Jeugd | ||||
4. Risico op overschrijdingen Sociaal Domein door verschillende ontwikkelingen en gebeurtenissen. Actueel is het risico op Jeugdzorg in relatie tot de invoering van het woonplaatsbeginsel. | 70% | 700.000 | 4-3 | 12 | |
5. BTW Sport - onduidelijkheid over (tijdelijke) regelgeving. Het risico bestaat dat we een deel van de BTW voor eigen rekening moeten nemen. | 70% | 1.400.000 | 4-3 | 12 | |
Mimik | Kunst en cultuur | ||||
6. Risico dat rente op en aflossing van de verstrekte lening aan MIMIK niet wordt gerealiseerd. | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 | |
Omgevingswet | Ruimtelijke ontwikkeling | ||||
7. Risico op hogere lasten (dan begroot) bij de implementatie van de nieuwe Omgevingswet | 50% | 1.350.000 | 3-3 | 9 | |
Verplaatsing salonboten | Leefomgeving | ||||
8. Risico op een mogelijke schadeclaim | 40% | 825.000 | 3-3 | 9 | |
Wijtenhorst | Herstructurering en vastgoed | ||||
9. Risico op een lagere opbrengst als driehoek Kolkmansweg niet wordt ontwikkeld | 50% | 600.000 | 3-3 | 9 |
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Samenvatting benodigde weerstandscapaciteit
Op basis van de complete risico-inventarisatie wordt de benodigde weerstandscapaciteit gebaseerd op de risicobedragen en de kans van optreden waarbij we rekening houden met een zekerheidsfactor (toepassen simulatiemodel). De uitkomst van deze berekening risicoanalyse wordt vermeerderd met de minimumnorm van €5.270.000. Dit totaal wordt gerelateerd aan de beschikbare weerstandscapaciteit.
Minimumnorm
Voor 2024 is de minimumnorm als volgt bepaald:
Bedragen begroting 2022 x €1 | Geraamd bedrag | Minimumnorm 2% |
Algemene uitkeringen (gemeentefonds)* | 231 miljoen | 4,6 miljoen |
Verwachte OZB capaciteit 2024** | 32 miljoen | 0,6 miljoen |
Totaal | 263 miljoen | 5,3 miljoen |
*) o.b.v. de meicirculaire 2023, De AU exclusief integratie- en decentralisatie uitkeringen en na aftrek inkomstenmaatstaf.
**) begroting 2024-2027: zie paragraaf Lokale heffingen.
Monte Carlo simulatie methode
Monte Carlo simulatie methode
De kans dat alle geïnventariseerde risico’s zich tegelijkertijd voordoen is veel kleiner dan de kans dat er één van de risico’s zich voordoet. Daarom wordt hiervoor gecorrigeerd voor gebruik te maken van de Monte Carlo simulatie methode. Deze methode geeft het volgende resultaat:
Bij een zekerheid van 90% is minimaal €13,32 miljoen weerstandsvermogen nodig om de potentiële risico’s af te dekken. De uitkomst is met €1,0 miljoen gedaald ten opzichte van de voorjaarsnota.
Ratio weerstandsvermogen
De beschikbare weerstandscapaciteit moet minimaal gelijk zijn aan de benodigde weerstandscapaciteit om voldoende weerstand te kunnen bieden als de risico’s zich voordoen. Deze verhouding wordt bepaald door de ratio weerstandsvermogen:
Ratio weerstandsvermogen
De gemeente beschikt over voldoende weerstandsvermogen als de uitkomst van deze ratio minimaal 1 is.
Beschikbare weerstandscapaciteit = €19.735.000
Benodigde weerstandscapaciteit = €13.260.000 + €5.270.000 = €18.530.000
Ratio weerstandsvermogen = 1,07
De beschikbare weerstandscapaciteit is hoger dan de benodigde weerstandscapaciteit, voldoende om de gevolgen van het optreden van risico’s financieel op te vangen. Conform het bestuursakkoord beschikken we over voldoende weerstandsvermogen wanneer de uitkomst van de ratio 1 is. In deze begroting wordt daarom de specifieke weerstandsreserve verlaagd tot het minimale niveau.
Algemene risicogebieden
Naast de ingeschatte risico’s heeft Deventer ook te maken met algemene onzekerheden, onder andere:
- Algemene uitkering (onzekerheid verdeelsystematiek en soms sterk fluctuerende accressen);
- BTW/BCF (ontwikkelingen en plafond BCF);
- Leegstand onroerende panden in eigendom;
- Restauratie monumentale panden;
- Garantstellingen (kans op aflossen krediet vanwege insolventie kredietnemer);
- Te ontvangen subsidies (kans op terugvordering door niet voldoen aan de subsidievoorwaarden).
Op basis van wat we nu weten, kunnen deze onzekerheden (risico’s) niet worden gekwantificeerd. Voor het opvangen hiervan zijn algemene weerstandsbudgetten beschikbaar.
Risico's Verbonden partijen
Deelneming aan een verbonden partij kent financiële -, bestuurlijke - en beleidsinhoudelijke risico’s. De diversiteit in de verschillende verbintenissen (gemeenschappelijke regelingen, deelneming in vennootschappen met aandelenbezit en/of verstrekte leningen / garanties) levert onderscheid in de risico’s op. De te onderscheiden risico’s vereisen verschillende aandacht. In de paragraaf verbonden partijen van deze begroting is algemene informatie en specifieke informatie opgenomen voor vorming van een beeld van het financiële risicoprofiel.
Wanneer (op grond van een concrete gebeurtenis) bij een bepaalde verbonden partij een risico wordt voorzien dat zou kunnen leiden tot een verlies op het ingebrachte kapitaal, de verstrekte lening of garantie of indien het leidt tot een verplichting (en het risico is kwantificeerbaar), dan zal daarvoor weerstandsvermogen worden aangehouden of een voorziening worden gevormd.
Aan de informatie over de verbonden partijen ontlenen wij in algemene zin geen aanwijzingen dat de gemeente voor bepaalde financiële risico’s bij verbonden partijen weerstandsvermogen moet aanhouden. Daarbij baseren wij ons mede op de accountantsrapporten die bij de jaarrekeningen 2022 van verbonden partijen worden afgegeven waarin de accountant aandacht besteedt aan de continuïteit van de bedrijfsvoering en actuele financiële informatie vanuit vennootschappen en gemeenschappelijke regelingen.
In de tabel hieronder zijn de verbonden partijen opgenomen waarin Deventer een geactiveerd financieel belang heeft en de omvang daarvan per 31-12-2022.
(bedragen x €1)
Verbonden partij | Deelneming | Lening | Garantie |
NV Centrumgarage Deventer | 39.552 | - | - |
Het Groenbedrijf BV | 30.000 | - | - |
NV Sportbedrijf Deventer | - | 12.633.330 | 1.072.615 |
NV Bergkwartier | 1.561.004 | - | - |
NV Deventer Schouwburg | - | - | - |
NV Luchthaven Teuge | 489.857 | - | - |
Circulus-Berkel BV | 15.882 | - | - |
Enexis BV | 932.512 | 1.354.025 | - |
BNG Bank | 60.650 | - | - |
Vordering op Enexis BV | 52 | 0 | - |
Publiek Belang Elektriciteitsproductie BV | 1 | - | - |
CSV Amsterdam BV | 52 | - | - |
Totaal | 3.129.562 | 13.987.355 | 1.072.615 |
In de paragraaf Verbonden partijen wordt verder ingegaan op de financiële risico’s in relatie tot de verbonden partijen.
Meer informatie
Inzicht
Inzicht
Met ingang van het begrotingsjaar 2016 worden door het BBV diverse kengetallen voorgeschreven. De invoering van de set van kengetallen is voornamelijk bedoeld om de financiële positie inzichtelijker en tussen gemeenten vergelijkbaar te maken. De onderstaande meerjarenbalans voor de jaren 2024 – 2027 vormt de basis voor een aantal van deze kengetallen.
Geprognosticeerde balans
Door de wijziging in het BBV is met ingang van het begrotingsjaar 2018 een geprognosticeerde balans voorgeschreven. De geprognosticeerde balans biedt inzicht in de verwachte financiële ontwikkeling van de gemeente.
(bedragen x €1.000) | |||||||||||
Activa | 1-1-2024 | 31-12-2024 | 31-12-2025 | 31-12-2026 | 31-12-2027 | Passiva | 1-1-2024 | 31-12-2024 | 31-12-2025 | 31-12-2026 | 31-12-2027 |
Vaste activa | Vaste passiva | ||||||||||
Immateriële | 4.128 | 4.014 | 3.899 | 3.783 | 3.666 | Eigen vermogen | 140.177 | 120.982 | 133.582 | 134.369 | 133.695 |
Materiële | 292.331 | 315.680 | 360.445 | 367.721 | 359.273 | Voorzieningen | 11.773 | 11.513 | 21.701 | 32.227 | 11.239 |
Financiële | 21.264 | 24.477 | 23.606 | 22.770 | 21.978 | Vaste schulden (>1jaar) | 183.489 | 217.050 | 232.612 | 246.419 | 238.728 |
Totaal vaste activa | 317.723 | 344.171 | 387.950 | 394.274 | 384.917 | 335.439 | 349.545 | 387.895 | 413.015 | 383.662 | |
Vlottende activa | Vlottende passiva | ||||||||||
Voorraden | 51.817 | 11.977 | 2.131 | 2.153 | 2.155 | Vlottende schulden (<1jr) | 54.778 | 27.280 | 22.863 | 4.089 | 24.087 |
Vorderingen | 16.159 | 16.159 | 16.159 | 16.159 | 16.159 | Overlopende passiva | 42.745 | 42.745 | 42.745 | 42.745 | 42.745 |
Liquide middelen | 2.945 | 2.945 | 2.945 | 2.945 | 2.945 | ||||||
Overlopende activa | 44.318 | 44.318 | 44.318 | 44.318 | 44.318 | ||||||
Totaal vlottende activa | 115.239 | 75.399 | 65.553 | 65.575 | 65.577 | Totaal vlottende passiva | 97.523 | 70.025 | 65.608 | 46.834 | 66.832 |
Balanstotaal activa | 432.962 | 419.570 | 453.503 | 459.849 | 450.494 | Balanstotaal passiva | 432.962 | 419.570 | 453.503 | 459.849 | 450.494 |
De opgestelde geprognosticeerde balans gaat net als de meerjarenbegroting over de jaren 2024-2027. Met het maken van een balansprognose wordt in feite een reële schatting gemaakt van verschillende balansposten op basis van de balans gepresenteerd bij de jaarrekening 2022, de verwachte investeringen en de lopende aflossingsverplichtingen. Aan de hand van deze gegevens wordt in een geprognosticeerde balans inzicht gegeven in de ontwikkeling van de balansposten: vaste en vlottende activa, vreemd en eigen vermogen.
Bij het opstellen van de meerjarenbalans is rekening gehouden met de volgende uitgangspunten:
Vaste activa
Door verwachte investeringen en jaarlijkse afschrijvingen/aflossingen wijzigt het saldo van de vaste activa.
Vlottende activa
De vlottende activa daalt met name door de verwachte verkoop van gronden.
Eigen vermogen
Het eigen vermogen is gebaseerd op het (meerjarige) verloop van de reserves. Het saldo wijzigt door het realiseren van afgesproken prestaties.
Voorzieningen
De voorzieningen zijn gebaseerd op het (meerjarige) verloop van voorzieningen.
Schulden > 1 jaar
De schulden > 1 jaar zijn gebaseerd op de staat van opgenomen langlopende geldleningen. Het saldo muteert door het aantrekken van nieuwe leningen voor voorgenomen investeringen en jaarlijkse aflossingen van bestaande leningen.
Overige posten
De overige balansposten betreffen gegevens die zich moeilijk laten voorspellen. Voor deze posten wordt veelal de eindstand van de laatst vastgestelde jaarrekening doorgetrokken.
Kengetallen
De kengetallen en de meerjarenbalans geven een beeld van de financiële positie in de komende jaren. In onderstaande tabel zijn de uitkomsten van de kengetallen opgenomen met daaronder een korte toelichting. De financiële kengetallen zijn gebaseerd op de geprognosticeerde meerjarenbalans en gaan uit van de actuele begroting.
De meerjarige prognoses zijn gebaseerd op de balans per 31 december van het betreffende jaar.
Kengetal (in %) | R2022 | B2023 | B2024 | B2025 | B2026 | B2027 |
Netto schuldquote | 39 | 59 | 51 | 53 | 54 | 57 |
Netto schuldquote gecorrigeerd | 35 | 55 | 46 | 48 | 49 | 52 |
Solvabiliteitsratio EV/TV | 39 | 22 | 29 | 29 | 29 | 30 |
Structurele exploitatieruimte | 10,54 | 4,07 | 4,37 | 4,88 | 0,89 | 0,03 |
Grondexploitatie | 11 | 3 | 2 | 0 | 0 | 0 |
Belastingcapaciteit | 95 | 95 | 97 | 97 | 97 | 97 |
Netto schuldquote
De netto schuldquote geeft de verhouding weer van de schuldenlast ten opzichte van de jaarlijkse inkomsten in de begroting.
Netto schuldquote = Netto schuld : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
Een netto schuldquote hoger dan 130 is voor een gemeente niet gunstig. De gemeente heeft in dat geval een zeer hoge schuldpositie en doet er goed aan om de schulden af te bouwen en daarmee de financiële positie te verbeteren. Dit betekent concreet een terughoudend investeringsbeleid met geleende middelen en het afbouwen van voorraden bouwgrond. Bij een percentage tussen 100 en 130 geldt dat voorzichtigheid is geboden.
In 2024 is de schuldquote van Deventer hoger dan in 2022, maar ligt in lijn met 2023. Een hoge netto schuldquote hoeft op zichzelf geen probleem te zijn. Het hangt af van meerdere factoren. Zo kan een hoge schuld worden veroorzaakt doordat er leningen zijn afgesloten en die middelen vervolgens zijn doorgeleend aan bijvoorbeeld woningcorporaties die op hun beurt weer jaarlijks aflossen. Om dit effect voor de beoordeling te corrigeren volgt hieronder de netto schuldquote exclusief leningen door verstrekt aan derden.
Netto schuldquote (gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen aan derden)
De hoogte van de schuld wordt ook bepaald door de leningen die Deventer door verstrekt aan derden. De rente en aflossing op deze leningen drukt niet op de begroting en financieringsbehoefte van de gemeente. Wel wordt over deze leningen risico gelopen. Wanneer het vorig kengetal met deze verstrekte leningen aan derden wordt gecorrigeerd is de uitkomst lager, die de belasting voor de gemeente beter weergeeft.
Netto schuldquote = Netto schuld (exclusief leningen aan derden) : Totale inkomsten (exclusief mutatie reserves)
In 2024 is de schuldquote van Deventer hoger dan in 2022, maar ligt in lijn met 2023.
Solvabiliteitsratio
De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de bezittingen op de balans zijn gefinancierd met eigen vermogen en in hoeverre Deventer in staat is aan haar financiële verplichtingen te voldoen. Hoe hoger de uitkomst van de ratio, hoe groter de weerbaarheid.
Solvabiliteitsratio = Totaal eigen vermogen : Totaal van de balans
Er zijn door de VNG (nog) geen richtlijnen gegeven voor uitkomsten die wijzen op een ‘gezonde’ solvabiliteit.
Vergeleken met 2022 is de solvabiliteitsratio gedaald. Door het hoge jaarrekeningresultaat 2022, is de ratio per 31-12-2022 hoger dan de andere jaren. De solvabiliteit kan worden verbeterd door de omvang van de reserves (eigen vermogen) te verhogen of door minder te investeren waardoor de financieringsbehoefte lager wordt en daardoor minder wordt geleend.
Structurele exploitatieruimte
Dit kengetal geeft aan hoe groot de structurele exploitatieruimte is. Het geeft inzicht in welke mate de structurele lasten gedekt zijn door structurele baten. Een positieve uitkomst betekent dat er structureel voldoende baten zijn om de lasten te dekken. Over het algemeen geldt als richtlijn; hoe hoger de uitkomst des te gunstiger dit is voor Deventer.
Grondexploitatie
Grondexploitatie = Bouwgrond in exploitatie (BIE) : Totale inkomsten
De grondexploitaties (voorraad bouwgronden) kunnen een forse impact hebben op de financiële positie van een gemeente. Wanneer een gemeente leningen heeft afgesloten om grond te kopen voor (toekomstige) projecten is dit een schuldpositie. Van belang is om te weten of deze schuld kan worden afgelost uit de opbrengsten van de verkoop van de bouwgronden (kavels). Het kengetal grondexploitatie geeft aan hoe groot de grondpositie (waarde van de grond) is ten opzichte van de totale (geraamde) opbrengsten (baten). Vergeleken met 2022 is er een dalende lijn zichtbaar.
Belastingcapaciteit
Belastingcapaciteit = Totale woonlasten : Gemiddelde woonlasten landelijk
De belastingcapaciteit geeft inzicht in de mate waarin financiële tegenvallers kunnen worden opgevangen. Voor het bepalen van de ruimte is een ijkpunt nodig. In dit geval wordt als ijkpunt gekeken naar de landelijk gemiddelde tarieven. Er is geen maximum gesteld aan de belastingopbrengsten dus betreffen de gemiddelde tarieven slechts een indicator. Hoe verhoudt de eigen belastingdruk zich tegenover het landelijk gemiddelde van alle gemeenten.
Een belastingcapaciteit van 100% betekent dat de woonlasten exact het landelijk gemiddelde zijn. Een lager percentage dan 100% betekent dat de woonlasten per huishouden lager zijn dan het landelijke gemiddelde. In 2024 stijgt de belastingcapaciteit doordat de woonlasten in Deventer sterker stijgen dan het landelijk gemiddelde. De uitkomsten vanaf 2024 zijn geëxtrapoleerd, omdat landelijke cijfers voor die jaren niet bekend zijn.
Conclusie
De gemeente is financieel gezond. Dit blijkt uit het feit dat een reëel structureel sluitende begroting wordt gepresenteerd met structurele exploitatieruimte. Deze begroting heeft voldoende flexibiliteit om eenmalige en structurele tegenvallers op te kunnen vangen. Met betrekking tot de belastingdruk zitten we boven het landelijk gemiddelde. De ratio’s die betrekking hebben op de schuldpositie en grondexploitatie geven geen aanleiding om het financiële beleid bij te stellen.