Inzicht
De paragraaf lokale heffingen geeft inzicht in het beleid ten aanzien van de lokale heffingen (inclusief kwijtscheldingsbeleid), de lokale lastendruk en de geraamde inkomsten van de diverse heffingen. Daarnaast geeft de paragraaf inzicht in de kostendekkendheid van de heffingen en de producten die samenhangen met de heffingen. In deze paragraaf is een overzicht van baten en lasten voor de heffingen opgenomen waarbij er sprake is van het verhalen van kosten. Voor de heffingen die hoogstens kostendekkend mogen zijn moet inzichtelijk worden gemaakt dat de geraamde baten de ter zake geraamde lasten niet worden overschreden.
Actuele ontwikkelingen
Hervorming lokaal belastinggebied
De staatssecretaris van Financiën heeft op 18 mei 2020 het rapport ‘Bouwstenen voor een beter belastingstelsel’ aan de Tweede Kamer aangeboden. Het rapport bevat meerdere varianten en ondersteunt de door de VNG uitgesproken wens om te komen tot een uitbreiding van het gemeentelijke belastinggebied. In het regeerakkoord van het kabinet Rutte IV staat dat er in de komende jaren een nieuwe financieringssystematiek voor de periode na 2025 wordt uitgewerkt, waarbij de mogelijkheid voor een groter eigen belastinggebied wordt betrokken. Het doel, zo geeft het kabinet aan, is een stabielere financiering voor de medeoverheden te realiseren en hun autonomie te vergroten. Een uitbreiding van het lokaal belastinggebied lijkt er vooralsnog dus niet eerder dan in 2026 te komen.
De Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb)
Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen (Wkb) per 1 juli 2024 gaat er veel veranderen. Het principe van legesheffing en de wettelijke grondslag voor het heffen van leges veranderen niet, maar de taak van de gemeente verandert wel. Het vergunningstraject en het bouwproces zullen daarnaast anders gaan verlopen. De consequenties voor de inrichting van de organisatie, de gemeentelijke processen en de bijbehorende financiën zijn daarbij afhankelijk van de lokale ambities, beleidsinvulling en inrichtingskeuzes. De legesverordeningen worden aangepast. De VNG heeft hiervoor een modelverordening aan gemeenten ter beschikking gesteld.
Wijzigingen
Met ingang van 2024 zijn onderstaande zaken nieuw of gewijzigd:
- Het algemene uitgangspunt is dat voor alle tarieven een gelijke maximale toegestane stijging wordt bepaald. Dit betekent voor 2024 dat de tarieven stijgen met 7,75% ten opzichte van 2023;
- Dit betreft een gemiddelde van prijs (+8,2%) -en looncompensatie (+5,2%) en aanvulling looncompensatie 2022 (terugwerkende kracht) 2,1%
- Het algemene uitgangspunt van de toegestane stijging kent een aantal uitzonderingen.
- De lastendruk voor inwoners met een huurwoning stijgt met € 16,68 tot € 451,86 (2023: € 435,18). Dit is een stijging van gemiddeld 3,83%. Deze inwoners betalen alleen afvalstoffenheffing en rioolheffing;
- De lastendruk voor inwoners met een koopwoning stijgt met € 31,42 naar € 804,92 (2023: €773,50);
- De (begrote) kwijtscheldingen komen naar verwachting uit op € 1.374.000 (2023: €1.527.000);
- Het tarief voor de rioolheffing stijgt met 5,97% (2023: stijging 3,36%);
- Het basistarief voor de afvalstoffenheffing stijgt gemiddeld met 3,02% (2023: gemiddelde daling 4,79%);
- Het tarief voor OZB woningen stijgt met gemiddeld 4% (2023: daling van gemiddeld 15%), de opbrengsten OZB stijgen met 3% (2023: 3%).
Bij leges en heffingen mogen de begrote opbrengsten niet meer bedragen dan 100% van de begrote kosten. Bij belastingen is er geen relatie tussen opbrengsten en kosten. In onderstaande tabel is de kostendekkendheid per onderdeel opgenomen. | |
Soort leges/heffing | Kostendekkendheid |
Afvalstoffenheffing | 88% |
Rioolheffing | 100% |
Havengelden | 68% |
Lijkbezorgingsrechten | 40% |
Leges titel 1 | 62% |
Leges titel 2 | 95% |
Leges titel 3 | 19% |
Meer informatie
Beleidsuitgangspunten
Beleidsuitgangspunten
De lokale heffingen zijn onder te verdelen in twee categorieën:
- belastingen;
- rechten;
- retributies
De algemene belastingen komen ten goede aan algemene middelen van de gemeente. Dit betekent dat de opbrengsten niet gelabeld zijn maar voor alle gemeentelijke taken en voorzieningen kunnen worden ingezet. De gemeenteraad bepaalt waarvoor. De wettelijke bepaling van 100% kostendekking is niet van toepassing. Onder de algemene belastingen vallen bijvoorbeeld de onroerendezaakbelastingen, parkeerbelasting en de toeristenbelasting.
Rechten zijn belastingen waarvan de opbrengsten zijn bestemd voor specifieke taken of voorzieningen met een duidelijk algemeen belang. Tegenover de heffing van de inwoners staat een tegenprestatie. Rechten zijn in feite bestemmingsheffingen. Voorbeelden hiervan zijn de rioolheffing, lijkbezorgingsrechten en de afvalstoffenheffing. Voor bestemmingsbelastingen geldt dat de gemeente niet meer mag heffen dan de kosten die zij voor de betreffende taak of voorziening maakt.
Retributies worden geheven van personen aan wie de gemeente een specifieke dienst verleent die voor die persoon een individueel voordeel oplevert. De belangrijkste retributies zijn de leges: vergoedingen voor een bij de gemeente aangevraagde dienst als het aanvragen van een paspoort of een vergunning. Net als bij bestemmingsbelastingen mogen de retributies niet meer dan kostendekkend zijn.
Met betrekking tot de belastingen en rechten zijn de beleidsuitgangspunten verschillend. Het beleid voor de lokale heffingen is opgenomen in:
- landelijke wet- en regelgeving
- de diverse belastingverordeningen en - regelingen.
Het beleidskader voor de lokale heffingen is de belastingverordening 2024 en de legesverordening 2024 die door uw Raad gelijktijdig met de Begroting 2024 wordt vastgesteld. De nota bevat een overzicht van de tarieven die door de gemeente Deventer worden gehanteerd.
Het algemene uitgangspunt is dat voor alle tarieven een gelijke maximale toegestane stijging wordt bepaald. Dit betekent voor 2024 dat de tarieven stijgen met 7,75% ten opzichte van 2023. Dit betreft een gemiddelde van prijs (+8,2%) -en looncompensatie (+5,2%). Daarnaast stijgen de tarieven door een correctie van de looncompensatie (+2,1).
Op het algemene uitgangspunt van de toegestane stijging is een aantal uitzonderingen van toepassing, te weten:
- Ozb/rzb tarieven;
- Reisdocumenten en rijbewijs;
- Rioolheffing;
- Leges planologische procedures;
- Bouwleges;
- Parkeertarieven;
- Afvalstoffenheffing.
Indien de aanpassing van de tarieven op enigerlei wijze leidt tot knelpunten in de relatie tussen de hoogte van het tarief en de eis van kostendekkendheid van het product (al dan niet 100%) dan wordt dit gemeld.
Beleidsuitgangspunt gemeentelijke belastingen
Beleidsuitgangspunt gemeentelijke belastingen
Bij de belastingen staat de budgettaire functie voorop. De stijging van de OZB-/RZB-opbrengsten is bepaald op jaarlijks 3% (exclusief groei van het bestand). Uitgangspunt is dat de gemiddelde waardeschommelingen worden geneutraliseerd in de tarieven.
Beleidsuitgangspunt rechten
Beleidsuitgangspunt rechten
Door het karakter van de rechten als bestemmingsheffing is er een duidelijke relatie tussen de opbrengst van de rechten en de kosten van de door de gemeente te leveren tegenprestatie. Beleidsuitgangspunt is om die reden de kostendekkendheid van de betrokken tegenprestatie c.q. het overheidsproduct.
De kostendekkendheid bepaalt in principe het in rekening te brengen tarief. Binnen strikte regels mag binnen de leges de meeropbrengst van de ene heffing worden gebruikt voor de dekking van andere kosten. Voorwaarden zijn dat we rekening houden met aspecten zoals het verbod op willekeur, het evenredigheidsbeginsel, het gelijkheidsbeginsel en de Europese Dienstenrichtlijn.
Het beleid is dat tarieven zoveel mogelijk kostendekkend zijn. In een aantal gevallen is dat structureel niet mogelijk. De infrastructurele kosten van bruggen en kades zijn bijvoorbeeld zo hoog dat het niet haalbaar is de kosten in zijn geheel te verhalen op de gebruikers van de haven.
De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (wkb) voor het bouwen leiden tot grote wijzigingen in de legesverordening. Op 14 maart 2023 stemde de Eerste Kamer in met het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van de Omgevingswet per 1 januari 2024 en Wet kwaliteitsborging per 1 juli 2024.
Bij het opstellen van de legesverordening 2024, de tarieventabel en de kostenonderbouwingen gaan wij er van uit dat de invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging voor het bouwen doorgaat.
Kwijtscheldingsbeleid
Kwijtscheldingsbeleid
Voor mensen met de laagste inkomens bestaat de mogelijkheid van een gehele of gedeeltelijke kwijtschelding van de geheven belasting. Het kwijtscheldingsbeleid is vastgelegd in de Leidraad invordering. De hierin gestelde criteria zijn afgeleid van de regelgeving van het Rijk. Kwijtschelding is mogelijk voor afvalstoffenheffing en rioolheffing. Voor 2024 verwachten wij 3.388 aanvragen (2023: 3.388).
Op basis van deze aanname is een bedrag van € 1.374.000 opgenomen (2023: €1.527.000). Deze aantallen zijn lager dan in de begroting 2023.
(bedragen x €1)
Belasting/heffing | Kwijtschelding in 2023 | Kwijtschelding in 2024 |
Afvalstoffenheffing | 903.000 | 750.000 |
Rioolheffing | 624.000 | 624.000 |
Woonlasten
Woonlasten
De gezamenlijke kosten voor OZB, afvalstoffenheffing en rioolheffing vormen de woonlasten. De woonlasten worden bepaald aan de hand van de waarde van een woning en het type gebruiker.
De tariefaanpassingen 2024 leiden voor wat betreft de belangrijkste belastingen tot het volgende beeld van de woonlasten:
(bedragen x €1)
Woonlasten | Bedrag 2023 | Bedrag 2024 |
Afvalstoffenheffing¹ | 254,34 | 260,22 |
Rioolheffing | 180,84 | 191,64 |
Woonlasten gebruiker (sub-totaal) | 435,18 | 451,86 |
OZB woning2 | 338,66 | 353,06 |
Woonlasten gebruiker/eigenaar (totaal) | 773,84 | 804,92 |
¹) Dit betreft het tarief voor de ‘modelaanslag’ van het basistarief met het gemiddeld aantal (6) ledigingen. Per huishouden kan het tarief verschillen, afhankelijk van het aantal aanbiedingen per jaar. Na afloop van het jaar worden de daadwerkelijke ledigingen opgelegd. Hoe minder afval, hoe lager de aanslag.
2) Dit betreft de OZB lasten berekend op basis van de gemiddelde woningwaarde. Alhoewel de woningwaarden fors stijgen, blijft de lastendruk nagenoeg gelijk en in overeenstemming met de afgesproken trend.
Lastendruk meerpersoonshuishoudens eigenaar en bewoner (2023 Coelo)
Meer informatie
Onroerende- en roerende zaakbelastingen
Onroerende- en roerende zaakbelastingen
Het college stelt elk jaar de gewenste opbrengst van onroerende- en roerende zaken belastingen vast. Bij de onroerende zaakbelasting is de herwaardering als gevolg van de wet Waardering Onroerende Zaken (wet WOZ) van belang. Deze WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld en voor het belastingjaar 2024 gaat het daarbij om de waarde per peildatum 1 januari 2023. De uitkomsten van deze herwaardering zijn mede bepalend voor de definitieve tarieven onroerende zaakbelastingen voor 2024 die de raad medio december vast zal stellen.
Op basis van de jaarlijkse herwaardering en de gewenste 3% opbrengststijging worden de tarieven voor de onroerende- en roerende zaakbelasting jaarlijks berekend. Per september 2023 zijn de conceptwaarden van de herwaardering gebruikt om de tarieven te berekenen voor het heffen van de onroerende- en roerende zaakbelasting in 2024. Op het moment van ramen waren de waarderingen niet afgerond. In de raming is uitgegaan van een gereed percentage taxatiewaarden van 85% voor woningen en 75% van niet woningen.
De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd:
- De gemiddelde waardestijging van woningen bedraagt ca. 5,6%, de gemiddelde waardestijging van niet- woningen bedraagt ca.1,6%.
- Het huidige bekende areaal is uit de totale waardering gehaald;
- Beëindigde objecten zijn verwijderd;
- Daar waar objecten nog geen waarde hadden voor 2023 is doorgerekend met de gemiddelde trend va de betreffende categorie;
De opbrengsten voor 2024 worden geraamd op:
(bedragen x €1)
Belasting 2023 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
OZB-opbrengst | 30.328.063 | 31.618.343 |
RZB-opbrengst | 10.239 | 10.546 |
Parkeerbelastingen
Parkeerbelastingen
Conform het Meerjaren Perspectief Parkeren (MPP) en de begrotingsrichtlijnen 2024 worden de parkeertarieven geïndexeerd. De hoogte van de tariefstijging is gebaseerd op de gemiddelde loon- en prijsstijging voor 2024 (gemiddelde stijging van 7,75%) en de extra jaarlijkse verhoging uit het MPP (0,7%). De totale indexatie voor 2024 komt daarmee uit op 8,45%.
De totale begrote parkeeropbrengst voor 2024 is geraamd op €5.695.368 (2023: €5.236.392)
(bedragen x€1)
Belasting 2024 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Parkeerbelasting | 5.236.392 | 5.695.368 |
Precario
Precario
Deze belastingen worden geheven voor het hebben van voorwerpen onder of boven, voor openbaar gebruik bestemde, gemeentegrond, maar ook voor de vergunning voor ingebruikname van gemeentelijke gronden. Onder de precariobelasting vallen ook de marktgelden. De gemeente Deventer heft haar gelden op basis van een marktprecario verordening. Een berekening kostendekkendheid is hiervoor niet benodigd.
Op basis van het Raadsbesluit van 16 december 1998 (nummer 98.19993) komt een deel van het precario ten goede aan het ondernemersfonds Deventer binnenstad. Vanaf 2024 is er een nieuw tarief voor de individuele standplaats. Dit nieuwe tarief is gerelateerd aan de nota standplaatsenbeleid die gelijktijdig met de verordening Marktprecariobelasting 2024 op 3 oktober in het college gebracht.
In 2024 bedragen de verwachte precario (inclusief marktgelden) opbrengsten €451.207 (2023: € 417.806). De stijging ten opzichte van 2023 is te verklaren door indexatie.
(bedragen x €1)
Belasting 2023 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Precario inclusief marktgelden | 417.806 | 451.207 |
Waarvan marktgelden | 226.828 | 245.428 |
Toeristenbelasting
Toeristenbelasting
Jaarlijks worden alle aanbieders van overnachtingslocaties uitgenodigd tot het doen van de aangifte toeristenbelasting. Hiertoe worden de aanbieders aangeschreven met uitleg over de heffing en afdracht van toeristenbelasting en ontvangen de aanbieders een aangifteformulier. De heffing wordt opgelegd na het lopende belasting jaar. De toeristenbelasting 2024 betreft de opbrengst van de overnachtingen uit 2023. Begin 2024 worden de aangiften door de ondernemers doorgegeven. Naar aanleiding van het daadwerkelijk aantal overnachtingen 2022, de ontwikkelingen in 2023 en verwachtingen 2024 wordt de belasting berekend en opgelegd. De aanslag wordt tevens verzonden aan aanbieders van B&B en Airbnb.
(bedragen x €1)
Belasting 2024 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Toeristenbelasting | 356.733 | 443.985 |
Afvalstoffenheffing
Afvalstoffenheffing
De afvalstoffenheffing is een bestemmingsheffing en valt voor de lokale heffingen onder de belastingen. De afvalstoffenheffing mag maximaal kostendekkend zijn. Eventuele voor- of nadelen worden verrekend met de reserve tarieven huishoudelijk afval De afvalstoffenheffing is verschuldigd voor het gebruik van een perceel waar de gemeente een inzamelplicht heeft voor de huishoudelijke afvalstoffen. De inwoners van Deventer zetten verder in op het recyclen van grondstoffen met behulp van de aanwezige voorzieningen.
In 2024 blijven de oorspronkelijke beleidsuitgangspunten van Diftar onverkort van toepassing:
- er geldt een 0-tarief voor GFT en PMD;
- de tarieven zijn maximaal 100% kostendekkend;
- er geldt een vast tarief per huishouden en een variabel tarief voor restafval, afhankelijk van het aanbiedvolume;
- de literprijs is voor elke container gelijk. Het variabele tarief varieert recht evenredig met het aantal beschikbare liters van de container/ondergrondse container (50, 140 en 240 liter);
- de tariefopbouw is zodanig dat geen enkel containervolume benadeeld of bevoordeeld wordt;
- voor een 240 liter container of een extra tweede container (ongeacht volume) geldt een toeslag van €36;
- Het uitgangspunt blijft dat een huishouden gemiddeld 6 keer per jaar de restafvalcontainer (140 liter) aanbiedt.
De tarieven die volgen uit de beleidsuitgangspunten worden opgenomen in de belastingverordening 2024.
(bedragen x €1)
Recht 2024 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Afvalstoffenheffing | 12.973.302 | 13.138.925 |
Toelichting | x €1.000 |
Lasten taakveld | -13.680 |
Inkomsten taakveld | 865 |
Netto lasten taakveld | -12.815 |
Toe te rekenen lasten: | |
Overhead incl. (omslag)rente | -864 |
BTW | -1.231 |
Totale lasten (100%) | -14.911 |
Opbrengst heffingen | 13.138 |
Dekking | 88% |
Rioolheffing
Rioolheffing
De uitgangspunten voor de rioolheffing zijn beschreven in het Gemeentelijk rioleringsprogramma 2022-2026 (GRP) zoals dat in januari 2022 door uw raad is vastgesteld.
De rioolheffing is bedoeld als dekking voor de kosten van aanleg, onderhoud en exploitatie van de gemeentelijke voorzieningen bedoeld voor inzameling en transport van afval- en hemelwater. Ook de negatieve gevolgen van grondwateroverlast worden beperkt middels de inkomsten uit de rioolheffing.
Vastgesteld is dat het tarief de komende jaren stabiel blijft en alleen wordt gecorrigeerd voor indexering en door areaalaccres. Het areaalaccres houdt min of meer gelijke tred met de toename van het aantal percelen dat wordt aangeslagen voor de rioolheffing en heeft dus een beperkte invloed op de ontwikkeling van het tarief. Uitgangspunt bij de rioolheffing is 100% kostendekking. Eventuele tekorten of overschotten worden verrekend met de daarvoor gevormde voorziening.
De volgende zaken werken door in de tariefstelling voor 2024:
- De prijs- en loonindexering op de lasten is toegepast zoals aangegeven in de begrotingsrichtlijnen. Dit levert een toename van de lasten op met
€ 394.500 (2023: €254.000);
- De renteomslag over de investeringen is gedaald naar 2% (2023: 2,3%);
- Het aantal huishoudens dat wordt aangeslagen is met 258 gedaald (2023: stijging 581);
- Het areaalaccres is bepaald op € 0 (2023: €29.000);
- De subsidieregeling voor afkoppelen van particulier dakoppervlakte wordt via de exploitatie van riolering en waterhuishouding gedekt. Hiervoor is dekking aanwezig van €50.000 per jaar. Vooralsnog wordt dit bedrag op begrotingsbasis gehandhaafd. Mocht er meer beroep op deze regeling worden gedaan waardoor een jaarrekeningtekort ontstaat dan kan dat tekort worden gedekt door te beschikken over de voorziening riolering.
Door de VNG is onlangs een nieuwe concept modelverordening gepubliceerd. Deze biedt voor de toekomst meer mogelijkheden voor de gemeente om te heffen voor haar gemeentelijke waterzorgplichten. Omdat de taken veel breder zijn dan de naam “Verordening Rioolheffing” doet vermoeden, wordt mogelijk de naam van deze heffing aangepast. De voorlopige werknaam is “Verordening bijdrage gemeentelijke watertaken’. De komende tijd wordt dit nader uitgewerkt, aanpassing van de gemeentelijke verordening zal op zijn vroegst per 2024 plaatsvinden.
Toelichting rioolheffing 2024 en begrotingsramingen
Om het basistarief te kunnen bepalen is een aantal elementen van belang. Uitgangspunt is de kosten in de primaire begroting. Hierop dienen die elementen in mindering te worden gebracht die niet (deels) via het basistarief worden gegenereerd.
(bedragen x €1):
Geraamde kosten | 8.424.744 |
Overhead | 565.002 |
BTW kosten | 476.000 |
Te dekken kosten | 9.465.746 |
Ter bepaling van het bedrag dat via het basistarief dient te worden gegenereerd worden de volgende kostenelementen in mindering gebracht:
(bedragen x €1):
Nieuwe rioolaansluitingen | -100.000 |
Tariefdifferentiatie | -190.000 |
Kwijtscheldingen | -624.000 |
Te dekken kosten via het basistarief rioolheffing | 8.551.746 |
Het geraamde aantal te belasten aansluitingen, gecorrigeerd voor wat betreft tarievendifferentiatie, ontheffingen en kwijtscheldingen bedraagt 44.630 (2023: 44.888). Dat is een afname van 258 ten opzichte van 2023. Om de kosten te kunnen dekken is een basistarief van € 191,64 noodzakelijk.
De specificatie van de totale baten is:
(bedragen x €1)
Basistarief rioolheffing | 8.551.746 |
Opbrengsten tarievendifferentiatie | 190.000 |
Opbrengsten nieuwe rioolaansluitingen | 100.000 |
Kwijtscheldingen | 624.000 |
Totaal | 9.465.746 |
In verband met de technische eis dat het tarief deelbaar dient te zijn door 12 wordt voorgesteld het tarief vast te stellen op € 191,64. Het tarief stijgt daarmee met € 10,80 ten opzichte van 2023. Dat is een stijging van 5,97%.
(bedragen x €1)
Recht 2024 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Rioolheffing | 8.919.000 | 9.365.746 |
Toelichting | in € | In % |
Lasten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | -8.006.000 | -8.424.744 |
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen | 100.000 | 100.000 |
Netto lasten taakveld | -7.906.000 | -8.324.744 |
Toe te rekenen lasten: | ||
Overhead incl. (omslag)rente | -537.000 | -565.002 |
BTW | -476.000 | -476.000 |
Totale lasten | -8.919.000 | -9.365.746 |
Opbrengst heffingen | 8.919.000 | 9.365.746 |
Dekking | 100% | 100% |
Havengelden
Havengelden
Het haven- en opslaggelden wordt geheven voor het gebruik van gemeentelijk vaarwater, van gemeentelijke sluis, kaden en loswallen en van andere werken en terreinen door de gemeente ten behoeve van de scheepvaart gemaakt of ter beschikking gesteld. De exploitatie van de haven is niet kostendekkend.
Onder auspiciën van de NVB is in 2019/2020 een onderzoek gedaan naar de havengeldenstructuur in Nederland. Het doel van dit onderzoek was om te komen tot een moderne model-havengeldregeling. Op basis van de bevindingen uit dit onderzoek en in verband met de komst van de Container Terminal Deventer zijn de Havengeldverordening en de havenbeheersverordening per 2021 aangepast. Voor 2024 zijn de tarieven geïndexeerd met de reguliere indexatie. Daarnaast is er nu voor het liggeld een nieuw tarief opgenomen voor schepen die op grond van een afgegeven ontheffing langer in de haven mogen liggen.
(bedragen x €1)
Recht 2024 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Haven en opslaggelden | 277.500 | 299.006 |
Toelichting | In € | In % |
Lasten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | -312.987 | -342.534 |
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen | 22.000 | 23.705 |
Netto lasten taakveld | -290.987 | -318.829 |
Toe te rekenen lasten: | ||
Overhead incl. (omslag)rente | -120.872 | -126.608 |
BTW | 0 | 0 |
Totale lasten | -411.859 | -445.437 |
Opbrengst heffingen | 277.500 | 299.006 |
Dekking | 68% | 68% |
Lijkbezorgingsrechten
Lijkbezorgingsrechten
De lijkbezorgingsrechten hebben het karakter van een bestemmingsheffing. Hierdoor is er een relatie tussen de opbrengst van de rechten enerzijds en de kosten van de door de gemeente te leveren dienst of tegenprestatie anderzijds. De tarieven in de verordening (als geheel) mogen maximaal 100% kostendekkend zijn. De mate van kostendekking vloeit voort uit de lasten en de totale opbrengsten uit het in rekening gebrachte tarief.
Kostendekkendheid:
Het algemene beleid is de tarieven zoveel mogelijk kostendekkend te laten zijn. Voor het beheer van de begraafplaatsen is dit al sinds jaren niet mogelijk. De kostendekkendheid van de tarieven van de gemeentelijke begraafplaatsen bedraagt voor 2024 40% (2023: 42%) en wordt onder meer beïnvloed door het feit dat de begraafplaats Roeterdsweg, gelet op de in het verleden uitgegeven eeuwigdurende grafrechten, niet kan worden gesloten maar wel moet worden onderhouden.
(bedragen x €1)
Recht 2024 | Opbrengst in 2023 | Opbrengst in 2024 |
Begraafrechten | 158.274 | 181.361 |
Toelichting | In € | In % |
Lasten taakveld(en) inclusief (omslag)rente | -335.599 | -409.809 |
Inkomsten taakveld(en) exclusief heffingen | - | - |
Netto lasten taakveld | -335.599 | -409.809 |
Toe te rekenen lasten: | ||
Overhead incl. (omslag)rente | -38.871 | -54.247 |
BTW | 0 | 0 |
Totale lasten | -374.470 | -464.056 |
Opbrengst heffingen | 158.724 | 181.361 |
Dekking | 42% | 40% |
Nadere toelichting rechten
Kostendekkendheid leges en tarieven uit legesverordening.
De mogelijkheid tot het heffen van leges is geregeld in artikel 229, lid 1, b van de Gemeentewet. De gemeente levert op aanvraag van de individuele burgers een uiteenlopend pakket aan diensten. Door het heffen van leges worden de kosten die hiervoor worden gemaakt verhaald op de burger die de dienst afneemt. Voorbeelden zijn het verstrekken van een paspoort of het verlenen van een vergunning. Degene die de dienst aanvraagt betaalt ook de leges. De heffingsmaatstaf is zeer divers en wordt vermeld in de tarieventabel die hoort bij de legesverordening.
De opbouw van de legesverordening is als volgt:
- Leges titel 1, Algemene dienstverlening
- Leges titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo)
- Leges titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn
De invoering van de Omgevingswet en de Wet kwaliteitsborging (wkb) voor het bouwen leiden tot grote wijzigingen in de legesverordening. Op 14 maart 2023 stemde de Eerste Kamer in met het conceptbesluit tot vaststelling van het tijdstip van de inwerkingtreding van de Omgevingswet en Wet kwaliteitsborging per 1 januari 2024.
Meer informatie
Leges titel 1, Algemene dienstverlening
Leges titel 1, Algemene dienstverlening
De leges in titel 1 bestaan voor het overgrote deel uit leges voor reisdocumenten, rijbewijzen, burgerlijke stand, afschriften uit de basisregistratie personen (BRP) en naturalisatie. De leges voor een deel van deze producten en diensten worden door het rijk vastgesteld.
Voor een aantal tarieven binnen titel 1 geldt dat deze door het rijk zijn gemaximeerd: paspoorten, rijbewijzen, kansspelen en wet bescherming persoonsgegevens.
(bedragen x €1.000)
Leges | Lasten taakveld | Overhead | BCF BTW | Totale lasten | Andere inkomsten | Leges | Totale baten | Kosten |
Burgerlijke stand | 318 | 197 | - | 515 | - | 215 | 215 | 42% |
Reisdocumenten | 894 | 698 | - | 1.591 | - | 1.006 | 1.006 | 63% |
Rijbewijzen | 224 | 175 | - | 399 | - | 260 | 260 | 65% |
Verstrekking uit BRP | 100 | 79 | - | 179 | - | 163 | 163 | 91% |
Milieu | 0 | 0 | - | 0 | - | 0 | 0 | 0 |
Overige publiekszaken | 17 | 13 | - | 30 | - | 36 | 36 | 121% |
Leegstandwet | 20 | 16 | - | 36 | - | 2 | 2 | 6% |
Kansspelen | 8 | 7 | - | 15 | - | 4 | 4 | 28% |
Telecommunicatie | 234 | 150 | - | 384 | - | 282 | 282 | 73% |
Verkeer en vervoer | 29 | 22 | - | 51 | - | 15 | 15 | 29% |
Totaal | 1.844 | 1.357 | - | 3.200 | - | 1.983 | 1.983 | 62% |
Leges titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo)
Leges titel 2, Dienstverlening vallend onder fysieke leefomgeving/omgevingsvergunning (Wabo)
Er is ten aanzien van de Omgevingsvergunningen evenwicht gekomen in de opbrengsten van de leges en de hiervoor te verrichten werkzaamheden.
Dit is in lijn met de wens van de gemeenteraad om richting de 100% van de wettelijk toegestane kosten via de leges door te berekenen. Opgemerkt dient te worden dat de realisatie van de leges inkomsten over 2024 afhankelijk zijn van de voortgang bij woningbouwprojecten en bedrijventerreinen.
(bedragen x €1.000)
Leges | Lasten taakveld | Overhead | BCF BTW | Totale lasten | Totale baten Leges Inkomsten | Kosten |
Bouwvergunningen | 2.582 | 1.295 | 56 | 3.933 | 4.677 | 119% |
Slopen | 2 | 2 | 0 | 4 | 1 | 31% |
Aanleggen | 19 | 15 | 0 | 34 | 6 | 16% |
Planologisch | 552 | 176 | 0 | 728 | 203 | 28% |
Monumenten | 212 | 156 | 0 | 368 | 16 | 4% |
Kappen | 56 | 45 | 0 | 101 | 30 | 30% |
Uitweg | 8 | 6 | 0 | 15 | 13 | 89% |
Handelsreclame | 10 | 8 | 0 | 18 | 7 | 36% |
Totaal | 3.441 | 1.703 | 56 | 5.201 | 4.952 | 95% |
Leges titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn
Leges titel 3, Dienstverlening vallend onder de Europese dienstenrichtlijn
Door onder meer de blijvende groei van het aantal evenementen en het loslaten van het maximum stelsel (horeca Brink en Grote Kerkhof) hebben we te maken met een toename van het aantal vergunningaanvragen APV en bijzondere wetten. Dit wordt ook vanuit het beleid op de taakvelden Horeca en Evenementen ondersteund. De stijging van de kosten die de toename van het aantal vergunningaanvragen APV en bijzondere wetten met zich meebrengt kan niet door een verhoging van de leges worden gedekt. De hoogte van de leges is de afgelopen jaren op een maximaal acceptabel niveau gebracht. De kostendekkendheid van de vergunningverlening bedraagt 19%.
(bedragen x €1.000)
Leges | Lasten taakveld | Overhead | BCF BTW | Totale lasten | Andere inkomsten | Leges | Totale baten | Kosten |
Horeca | 399 | 311 | - | 710 | - | 149 | 149 | 21% |
Evenementen, markten | 241 | 188 | - | 429 | - | 56 | 56 | 13% |
Prostitutie | 8 | 6 | - | 14 | - | 8 | 8 | 57% |
Huisvestingwet | 19 | 15 | - | 34 | - | 10 | 10 | 29% |
Winkeltijdenwet | 0.2 | 0.1 | - | 0.3 | - | 0.1 | 0.1 | 40% |
Totaal | 667 | 520 | - | 1.187 | - | 223 | 223 | 19% |