Onroerende- en roerende zaakbelastingen

Het college stelt elk jaar de gewenste opbrengst van onroerende- en roerende zaken belastingen vast. Bij de onroerende zaakbelasting is de herwaardering als gevolg van de wet Waardering Onroerende Zaken (wet WOZ) van belang. Deze WOZ-waarde wordt jaarlijks vastgesteld en voor het belastingjaar 2024 gaat het daarbij om de waarde per peildatum 1 januari 2023. De uitkomsten van deze herwaardering zijn mede bepalend voor de definitieve tarieven onroerende zaakbelastingen voor 2024 die de raad medio december vast zal stellen.

Op basis van de jaarlijkse herwaardering en de gewenste 3% opbrengststijging worden de tarieven voor de onroerende- en roerende zaakbelasting jaarlijks berekend. Per september 2023 zijn de conceptwaarden van de herwaardering gebruikt om de tarieven te berekenen voor het heffen van de onroerende- en roerende zaakbelasting in 2024. Op het moment van ramen waren de waarderingen niet afgerond. In de raming is uitgegaan van een gereed percentage taxatiewaarden van 85% voor woningen en 75% van niet woningen.

De volgende uitgangspunten zijn gehanteerd:

  • De gemiddelde waardestijging van woningen bedraagt ca. 5,6%, de gemiddelde waardestijging van niet- woningen bedraagt ca.1,6%.  
  • Het huidige bekende areaal is uit de totale waardering gehaald;
  • Beëindigde objecten zijn verwijderd;
  • Daar waar objecten nog geen waarde hadden voor 2023 is doorgerekend met de gemiddelde trend va de betreffende categorie;

De opbrengsten voor 2024 worden geraamd op:
(bedragen x €1)

Belasting 2023

Opbrengst in 2023

Opbrengst in 2024

OZB-opbrengst

30.328.063

31.618.343

RZB-opbrengst

10.239

10.546